Matthijs van der Moolen (°1994) behaalde in 2018 zijn master voor historische trombones met onderscheiding aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag, in de klas van Charles Toet. In 2021 voltooide hij zijn tweede masteropleiding aan de Schola Cantorum Basiliensis, bij Catherine Motuz. Hier specialiseerde hij zich verder in de renaissance trombone en schuiftrompet.
Hij is medeoprichter van ensembles Castello Consort. Het Castello Consort is gespecialiseerd in de expressieve en virtuoze (kamer)muziek van de zestiende en zeventiende eeuw. Recent traden zij op in de belangrijkste (internationale) concertseries en festivals, waaronder de Internationale Händel-Festspiele in Göttingen (DE), Beverley Early Music Festival (UK), Festival d’Ambronay (FR), Festival Barocco è il mondo (IT), BRQ Festival (fringe) in Vantaa (FI), Kongsberg International Organ Summer (NO) en het Utrecht Early Music Festival (NL). Verder waren ze te horen in vooraanstaande concertseries in Nederland, zoals Musica Antica da Camera en Kasteelconcerten.
Als freelancer heeft Matthijs ook met diverse andere ensembles gespeeld, waaronder Música Temprana, Collegium Musicum Den Haag, het Ghislieri Consort, Opera2Day, het Apollo Ensemble, het Luthers Bach Ensemble en vele anderen.
Als docent was Matthijs verbonden aan Leerorkest Drechtsteden, een project dat alle kinderen op basisscholen de kans geeft om een instrument te leren. Ook gaf hij lessen historische trombones aan het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK), wordt hij af en toe uitgenodigd als gastdocent aan het Koninklijk conservatorium van Den Haag en gaf hij cursus rond Gabrieli voor Huismuziek. Daarnaast is hij actief als privéleraar voor historische trombones.
Matthijs bespeelt een verscheidenheid aan instrumenten, variërend van originele historische instrumenten uit de 19e eeuw tot zeer nauwkeurige kopieën van vroegere instrumenten. Zijn meest bijzondere instrument is ’s werelds eerste exacte kopie van de enige bewaard gebleven renaissancetrombone uit Italië: het anonieme instrument dat deel uitmaakt van de collectie van de Accademia Filarmonica in Verona. Aron Vajna bouwt dit voor hem, uitsluitend gebruik makend van historische technieken.
Luís Tasso Athayde Santos (°1999) is een Braziliaans-Australische historische fagottist, hoboïst, componist en improvisator gevestigd in Nederland. Luís is vertrouwd met het uitvoeren van alle soorten muziek en voert muziek uit de 16de eeuw, tot vroeg-twintigste-eeuwse Franse muziek uit op (kopieën van) historische instrumenten. Als fagottist werkt hij mee aan producties van ensembles waaronder Florilegium Musicum, Theresia Orchestra, De Barok Bende, B’Rock Orchestra, Collegium 1704, Les Musiciens du Prince-Monaco (Opéra de Monte Carlo), Apollo Ensemble, Zemlinsky Chamber Orchestra en Camerata de’ Bardi.
Luís is de artistiek leider van het Vera Consort, een flexibel collectief van musici die alle soorten “Klassieke” muziek uitvoeren van de vijftiende tot de eenentwintigste eeuw met een sterke focus op onderzoek en uitvoeringspraktijk. Naast zijn passie voor oude muziek, speelt hij ook met evenveel gemak hedendaagse muziek. Hij treedt op als fagottist met Meesters & Gezellen 2020, Studio MusikFabrik, en Tura New Music. Als onderdeel van het Totally Huge New Music Festival 2017 zond de Australian Broadcasting Corporation meerdere wereldpremières uit door het Breaking Out Ensemble, waar hij deel van uitmaakte.
Luís heeft verschillende prijzen en beurzen gewonnen, waaronder een beurs van Stichting Eigen Muziekinstrument, een beurs van Fondazione ICONS, de Royal Schools Music Club Anniversary Award, en de Royal Over-Seas League Arts Travel Scholarship die hem 2018 de kans gaf meerdere solo- en kamermuziekrecitals in het Verenigd Koninkrijk te geven.
Voor compositie won hij in 2018 de inaugurele Bendat Family Foundation Composition Scholarship voor zijn werk voor het West Australian Symphony Orchestra, Dead hands, dead stringencies… Meest recentelijk componeerde hij een werk voor solo Es klarinet, dunne lijnen, voor het Echo Chamber Secret Sequenzas 2021 project.
Momenteel studeert Luís historische fagotten en dulcianen bij Benny Aghassi, historische hobo’s en schalmeien bij Amy Power, blokfluiten bij Peter van Heyghen, en instrumentenbouw bij Fritz Heller.
Nele Vertommen (°1999) werd reeds als 5-jarige geboeid door oude muziek, bij het horen van de Mattheüs-Passie van Bach. Hier werd haar al duidelijk dat ze deze muziek ook zelf wilde kunnen spelen. Enkele jaren later startte ze met hobolessen bij Korneel Alsteens. Wanneer ze na 2 jaar spelen ontdekte dat die prachtige hobo-solo’s uit de Mattheüs-Passie eigenlijk voor de barokhobo geschreven werden, ontstond het idee om barokhoboïste te worden.
Op haar 14de begon ze met zelfstudie voor barokhobo, waarna ze zich op 15-jarige leeftijd studente kon noemen aan het Koninklijk conservatorium van Brussel, in de klas van Marcel Ponseele. Na een tussenjaar in Den Haag waarin ze zowel barokhobo als blokfluit studeerde, ontving ze daar haar bachelordiploma met grootste onderscheiding. Eenmaal terug in België rondde ze haar master in Brussel af, tevens met grootste onderscheiding. Voor haar afstuderen kreeg ze een prijs van de artistieke stichting “Horlait-Dapsens”.
Nele treedt regelmatig op met ensembles waaronder Il Gardellino, A Nocte Temporis, Collegium Vocale Gent, La Chapelle Harmonique, Collegium Marianum, Gli Angeli Genève en La Petite Bande. In 2021 werd ze door Klara als een van de twintigers geselecteerd voor hun gelijknamig programma. Sinds enkele jaren werkt ze samen met Beniamino Paganini (haar vriend) sterk aan de uitbouw van het ensemble Musica Gloria. Dit ensemble speelt voor organisaties als BOZAR, 30CC, AMUZ, Mubafa, Festivals de Wallonie en Concertgebouw Brugge en nam intussen 3 cd’s op.
Het afgelopen jaar startte Nele met het bespelen van dulcianen en schalmeien, en focust ze opnieuw meer op blokfluit, zodat ze ook 16de- en 17de-eeuwse muziek kan toevoegen aan haar repertoire.
De eerste keer dat ze een wedstrijd meedeed, in september 2021, won ze de eerste prijs. Dit op de internationale Telemann-wedstrijd in Magdeburg.